Verwarm de oven voor op 160 graden en vet een bakvorm van 26 cm in.
Meng de droge delen voor het deeg door elkaar in een kom en kneed daar de boter doorheen.
Bekleed de vorm met het deeg, houd ongeveer een derde over om de appeltaart mee te bekleden.
Schil de appels en snijd deze in kleine stukjes. Meng deze in een kom met wat citroensap, kaneel en rozijnen.
Vul de taartvorm met de appels.
Maak van het overgebleven deeg mooie repen en bedek daar de bovenkant van de taart mee. Bestrijk die eventueel met een losgeklopt ei.
Bak de taart in een uur en een kwartier gaar en bruin. Laat de taart eerst afkoelen voor je hem uit de springvorm haalt.